Week 4: Verdriet, rouw en dood

Gepubliceerd op 30 januari 2022 om 11:38

Deze sessie schrijf ik over mensen die ik ben verloren. Aan de dood, of gewoon door ze uit het oog te verliezen. Zo wil ik deze story wat breder en dieper insteken. Ik hou het niet alleen bij mensen. Ik betrek er ook huisdieren bij.

Ik voel binnen in mij al emotie opkomen over het stuk dat ik ga schrijven. Ok, dat is dus de reden waarom ik het schrijven hierover, voortdurend heb uitgesteld. De vakantie gebruikt als makkelijk excuus en uitvlucht om er niet aan te beginnen. Nu is het toch wel tijd om door te pakken en, zie maar, ik ben al aan het schrijven. De emoties voel ik dus al. En ik wed dat de diepste emoties horen bij de dieren die dood zijn gegaan.
Wat was mijn eerste ervaring met rouw en verdriet? Dat wat ik na diep graven kan herinneren als een van de eerste keren dat ik serieus verdriet had, was toen mijn broertje iets was overkomen op het schoolplein. Het leek wel alsof ik meer pijn en verdriet had, dan de gewonde zelf. Wat er precies gebeurde toen, dat weet ik niet meer. Ik weet wel, dat er toen door een meester of juffrouw werd gezegd, dat ik precies meer verdriet had dan het lijdend voorwerp zelf. Nu ik het dan toch aansnijd, kan ik dit beter maar gelijk uitdiepen. Het is eigenlijk bezijden het onderwerp, maar goed. Als ik er nu op terugkijk en bij stil sta, is dat huilen omdat mijn broertje iets is overkomen, een teken geweest, van de hooggevoeligheid, het empathisch vermogen, wat ik pas later ontdekte dat ik had. Zodanig kunnen invoelen op de ander dat ik zelf verdiet heb. En, bedenk ik me nu, als mijn verdriet groter leek dan dat van broertje zelf, ook een voorbeeld van hoe ik als projector open stond om de ervaringen en indrukken en gevoelens van een ander te vergroten in intensiteit.

(Het is misschien wel handig om even te vertellen wat een Projector dan wel is. Een Projector is een van de vier of vijf types zoals ze worden onderscheiden in Human Design. Een projector is een type mens met een gefocust aura en iemand die van nature, bijvoorbeeld het verdriet van een ander uitvergroot laat zien. Of het humeur van degene met wie hij spreekt, of de angsten die in de ander leven) 

Kan ik nog verder terug in herinnering voor wat betreft het ervaren van verdriet? Theoretisch gezien, zou ik een en ander aan verdriet kunnen hebben ervaren bij het overlijden van mijn peettante en mijn oma’s. Toen was ik amper twee maximum 4 jaar oud, Een bewuste herinnering er aan heb ik niet aan deze drie sterfgevallen destijds. Het ligt trouwens voor de hand, dat mijn ouders mij daarvan hebben weg gehouden, vanwege mijn leeftijd. Als ze dat al deden toen ik bijna 13 was, bij het overlijden van opa langs moeders kant, dan zullen ze dat toen ik jonger was zeker wel gedaan hebben.

Het eerste sterfgeval, wat ik bewust heb ervaren en meegemaakt, was inderdaad het overlijden van opa toen ik net in de brugklas zat. We mochten als kinderen toen niet, weet ik nog goed, naar de avondwake toe om afscheid te nemen van opa. Mijn ouders vonden het geen goed idee, dat we opa dood in zijn kist zagen liggen. Het was beter dat we hem levend zouden blijven herinneren. Ik snap wat de bedoeling was van die idee: het beschermen van je kinderen tegen leed en verdriet. Wat wordt vergeten is, dat verdriet en dood ook deel uitmaken van het leven . Als je die delen niet mag leren ervaren, dan bestaat het gevaar op taboe op dat onderwerp en bestaat het gevaar dat de kinderen niet fatsoenlijk leren omgaan met verlies. Iets wat mijn ouders zeker niet hebben geleerd om te doen, gezien hun manier van omgaan met verlies, dood, ziekte en ongeluk. Maar dat terzijde.

Ik weet nog, dat ik tijdens wiskundeles bij Frits de Vos moest huilen en dat hij mij troostend toesprak over dat hij Opa had gekend, hij woonde in het zelfde dorp, en dat hij een heel goede toneelspeler was. En dat hij begreep dat ik veel verdriet had, want hij kende mijn opa als een bijzondere, vriendelijke mens. Het is ondertussen al 35 jaar geleden, maar dat weet ik nog goed. De begrafenis op zich, daar heb ik weinig herinnering aan, behalve dan dat ik niet heel verdrietig was en de sfeer een beetje emotieloos en koud vond. Maar dat kan ook aan het weer gelegen hebben.

Na Opa zijn er eigenlijk geen familieleden gestorven die zo dicht bij mij stonden, of mij na aan het hart lagen, dat ik er heel emotioneel van werd. De uitzondering daarop is Amedeo. Al is dat waarschijnlijk meer omdat dezelfde dag onze Wuf overging. De verbinding met Amedeo, was niet zozeer tastbaar uitgedrukt, maar meer op een onbewust niveau, die pas serieus voelbaar werd, toe ik ik erachter kwam dat hij en ik in het zelfde levenspad geboren zijn.

De belangrijkste persoon, die ik heb verloren, is toch wel mijn opa langs moeders kant geweest. Ook net als bij Amedeo nooit zo zeer uitgesproken. Dat ik meer dan regelmatig naar het buurdorp wandelde om naar het graf te gaan, dat zegt genoeg. Wat het nog meer bijzonder maakt, is dat ik, steeds als ik daar naar toe ging, zijn foto op het graf zag staan. Dat was bijzonder, omdat die foto er nooit gestaan heeft. Daar kwam ik pas achter toen ik naar het graf ging met de vrouw en geen foto zag staan. Bij navraag bleek de foto er van eerst af niet te hebben gestaan. Alleen voor mij dan. Opnieuw een aanwijzing van mijn hooggevoelige natuur en dat ik dat eigenlijk altijd heb gehad, zonder er aandacht aan te schenken of van af te weten. Ik was er van overtuigd dat het echt was. Het is zo vanzelfsprekend geweest voor mij, dat ik het aannam dat iedereen dat heeft. Een aanname die mij nogal eens parten heeft gespeeld. Maar dat is bezijden het onderwerp.

Herinneringen aan opa. Ook ging ik dus zonder goed te weten waarom, geregeld naar zijn graf. Waarschijnlijk om te praten met hem, op een voor mij nog onbewust niveau. Misschien ook uit een soort van schuldbewust terugbetalen van mijn schuld, dat ik, omdat ik toch al twaalf was en bijna groot, geen kus meer wilde geven aan opa en daarom stiekem naar boven liep voordat hij terug naar huis ging, na het middageten op woensdag of zondag. Het kan goed zijn, dat hij niet lang daarna ziek werd en ik het niet meer goed kon maken, omdat hij niet meer thuis kwam. Zo zwaar ik nam ik dat op. Weer een bewijs van mijn hooggevoeligheid en ongepast groot verantwoordelijkheidsgevoel voor die leeftijd. Ik heb daar jarenlang mee rondgelopen, overtuigd van mijn schuld en dat wat ik had gedaan, aanleiding was geweest tot het overlijden van opa. Hij is, trouwens, de enige die mijn jaloerse kant heeft gezien. En dat betaalde nog slecht uit ook. Toen Oscar een Monchichi kreeg voor zijn verjaardag of zo, was ik zo jaloers, dat ik er ook een moest hebben. Er was er nog 1 over in de winkel. Het is was een vrouwtje, met een staartje midden op haar kop. Die accepteerde ik, maar ik had eigenlijk ook een mannetje gewild. Dus het was nog een tegenvaller ook, uiteindelijk. Stond ik daar met mijn jaloerse gedrag. Ik herinner me nog, dat wij op een bepaald moment geregeld dezelfde cadeaus kregen. Dat zal wel een uitvloeisel geweest zijn van die ene keer.
We hebben een week of zes bij opa in huis gewoond, toen het onze werd verbouwd in 1978. Ik vergeet de geur van opa zijn huis niet meer. Geregeld ruik ik deze nog. Zomaar in het wilde weg, vanuit het niets, zoals ik ook een bepaalde geur ruik, die ik aan Amedeo link. Dat betekent voor mij dat ze bij mij zijn en hun aanwezigheid willen kenbaar maken.
Hij kwam om de week op woensdag en zondagmiddag bij ons eten. Dan zat hij voor en na het eten altijd in de roze driezitter in de rechterhoek. Na het eten viel hij dan geregeld in slaap. Dat vonden wij als kleine jongens best grappig, hoe hij dan sliep. Op het laatst vroeg hij steeds vaker hoe laat het was. Dan gaven wij de eerste keer netjes antwoord, maar na twee keer in een half uur moesten wij toch wel lachen. We moesten ook lachen, die keer dat we op een feestdag ’s-avonds naar tv zaten te kijken en Tina Turner een liedje aan het zingen was en iemand wat zei over haar kapsel en opa daarop reageerde met ‘ja ze is heel mager’. Van die dingen. Ik heb en had zo’n goed contact met opa dat ik hem geen brief hoef te schrijven. En eigenlijk is er niemand van de overledenen, die ik een brief zou willen sturen. Ik zou een brief kunnen sturen naar Delphine, waar ik jaren mee bevriend ben geweest. Toch zeker een jaar of 5. Zij is niet overleden, maar we hebben elkaar niet meer gezien sinds 2007 volgens mij. God weet waarom. Maar ik zou eigenlijk niet meer weten wat ik zou moeten zeggen, dus laat ik die brief maar zitten.

De meest recente rouwervaringen had ik met de twee huisdieren die mij het meest na aan het hart liggen. Airedale Wuf en cavia Rein(aert). Twee verschillende ervaringen. Wuf is een paar uur voor Amedeo overleden, na het begeven van zijn organen tijdens het frisbee vangen op zijn favoriete plek. Hij is uiteindelijk op het behandelbed van de dierenarts overleden. Met of zonder spuitje dat weet ik niet meer. Ik weet nog wel dat vocht uit zijn ingewanden op mijn schoen drupte.
De volgende dagen had ik een beurs in E. . Pas op maandagochtend, tijdens het afwassen, drong het verlies goed door en was er ook alle ruimte om mijn emoties de vrije loop te laten. En dat lukte heel goed. Ik vond het fijn, want het luchtte enorm op. Wuf is nog een hele tijd bij mij aanwezig geweest, als spirit zeg maar. Bij Rein ging het anders. Rein was de cavia die gekocht was als meisje, maar een mannetje bleek te zijn. Hij had op het laatst een harem van 4 caviadames. Tijdens het voeren van lekkers, gaf hij steevast eerst alles weg aan zijn dames, om zelf later de restjes op te eten. Hij wist precies wanneer ik slecht in mijn vel zat. Op een keer, dat vergeet ik nooit meer, zat hij op de leuning van de ene sofa, keek mij zeer indringend aan en sprong toen op mij en drukte zich heel stevig tegen mijn hart aan. Hij had het goed aangevoeld, dat ik even niet veel over had. De band met hem was emotioneel nog inniger dan met Wuf. Toch heb ik het initiële verdriet over zijn heengaan minder diep verwerkt, zoals ik bij Wuf had gedaan. Dat lees ik af aan het feit dat ik nu als ik over Rein begin of hij komt ter sprake, nog vol kan schieten. Pas later heb ik het beter verwerkt. Dat was nodig om verder te kunnen in mijn proces. Het uiten van het verdriet is het grote verschil en winstpunt ten opzichte van de andere keren dat er iemand overleed. Wuf en Rein zijn heel vaak aanwezig als ik contempleer of mediteer.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.