Week 40: Favoriete kindertijd herinnering

Gepubliceerd op 11 oktober 2022 om 19:41

Het kostte me veel moeite om tot een favoriete herinnering te komen. Ik wist wel een redelijke lijst bij elkaar te sprokkelen van herinneringen van leuke momenten. Momenten die eigenlijk geen blijvende impact op mijn verdere leven hebben gehad, of mij zo’n onbeschrijfelijk gevoel gaven dat het onvergetelijk werd. De meeste van de momenten op die lijst zijn in de loop van de driekwart jaar al voorbijgekomen. De andere momenten zijn er met de haren bijgesleept. Amaya vroeg wat het onderwerp van deze week was. Ik vertelde het haar en somde de momenten op die ik had verzameld. Zij kon niet geloven dat dat de meest favoriete momenten waren uit mijn jeugd. Ze noemde haar eigen favoriete herinneringen op. Ze hoefde niet eens na te denken. Ik had er een paar dagen op lopen broeden. Zij flapt ze er binnen twee minuten allemaal uit en pikt er een uit als meest favoriete. Ze wist nog helemaal te beschrijven hoe het was en hoe het voelde en wat het met haar deed. “Heb jij dan echt geen enkele herinnering, waar je dat ook bij hebt?”, vroeg ze. Ze begon vragen te stellen om mij dichter bij mijn favoriete herinnering te brengen. En toen wist ik het ineens. Ik kon intens genieten van het rijden op mijn skelter.

De skelter was geel van kleur met zwarte accenten en een zwart rond stuur. Als ik ging zitten op de skelter en mijn voeten op de pedalen zette, voelde dat voor mij, alsof ik in een auto zat en deze zelf bestuurde. Dat was een geweldig gevoel weet ik nog wel. Ik reed over het algemeen onze straat op en neer op het trottoir en nam ook de ‘brandgang’ die achterlangs driekwart van onze kant van de straat liep mee in het parcours. Deze had aan het eind een stuk waar je bergop moest, of -af, naar gelang van welke kant ik kwam aan gereden. Dat vond ik echt leuk, weet ik nog. Maar ook spannend, want in de brandgang was het meestal wat schaduwachtig vanwege overhangende takken van bomen. Hoe dieper ik de brandgang in reed, des te spannender het werd. Aan de linkerkant kon ik nog wel uitmaken van wie welke tuin was, hoewel ik niet iedereen kende. Aan de rechterkant markeerde de muur, na de eerste bocht naar links, het einde van de megagrote tuin van het grote witte huis in de Gentsestraat. De muur was te hoog voor mij om overheen te kijken of te klimmen. De bomen die er groeiden kwamen groot en donker op. Het leek wel of de bomen en planten zo groot waren en dicht bij elkaar stonden, dat ze het zonlicht tegenhielden. Ik wist ook niet goed wie er in dat grote witte huis woonde, dus dat maakte het nog spannender. God weet wat ik tegenkwam als ik over de muur heen durfde te klimmen of kijken. Ik vond het ook leuk om een oprit op te rijden.  Of in een inham te doen alsof ik moest fileparkeren. Dat lukte maar half omdat ik met de skelter volgens mij niet achteruit kon rijden. Dat vond ik wel spijtig. Ik weet nog dat ik om mijn skelter helemaal op een auto te doen lijken, van karton twee nummerborden had gemaakt met het kenteken van de grijze Ford Taunus van mijn ouders er op geschreven met dikke zwarte stift. Ik voelde mij helemaal geweldig zo op mijn skelter. Ik had waarschijnlijk graag in een echte auto gereden. Ik heb mijn rijbewijs nooit gehaald, omdat dat niet in de mogelijkheden zat. Maar had ik wel een rijbewijs gehad, dan was ik zeer waarschijnlijk net als Amaya iemand geweest die graag zou gaan rijden, alleen maar voor het rijden, de beleving. Ik had graag destijds graag een Renault 16 gereden of een Citroen DS. Op mijn skelter had ik daar hele fantasieën over. Got ja, wat was skelter rijden toch leuk.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.